Programmaplan

Programma 2 Leefomgeving

Trends en ontwikkelingen

Omgevingsvisie  
De omgevingesvsie die door de Raad is vastgesteld is de leidraad voor de ruimtelijke ontwikkeling van Hillegom. Voor inwoners bedrijven en maatschappelijke organisatie staat in de omgevingsvisie de koers uitgeschreven. De omgevingsvisie geeft richting en lokt uit tot het nemen van initiatieven die bijdragen aan het beleid zoals is vastgelegd. Het ja mits principe van de omgevingswet zulle we toepassen op initiatieven die passen binnen de visie en die bijdragen aan het realiseren van on ze doelstellingen. Initiatieven zullen integraal wprden bekeken en afgewogen waarbij het algemeen belang een belangrijk onderdeel is. 

Schaarse ruimte
Het zoeken naar ruimte voor wonen, werken, mobiliteit, recreëren en verblijven geeft een continue spanning. En daarbij maakt de energie- en warmtetransitie, klimaatadaptatie en biodiversiteit ook aanspraak op de schaarse ruimte. Het is een uitdaging om de concurrerende ruimtevragen integraal af te wegen en waar mogelijk multifunctioneel gebruik te maken van ruimte.  De volgende ontwikkelingen leiden tot extra ruimtevraag:

Woningmarkt
Op de woningmarkt is nog steeds sprake van grote krapte. Zowel de koop- als de huurmarkt zijn overspannen. Vraag en aanbod zijn ook vorig jaar weer verder uit elkaar gegroeid. De koopprijzen stijgen nog steeds en de wachttijden voor huurwoningen worden langer. Tegelijkertijd verandert de woningvraag. Er zijn steeds meer één- en tweepersoonshuishoudens en een deel daarvan wil anders wonen dan in de traditionele eengezinswoning. Dit komt onder andere door de individualisering en het langer zelfstandig blijven wonen van ouderen. De uitstroom uit de maatschappelijke opvang en beschermd wonen draagt ook bij aan deze ontwikkeling. De vraag naar flexibele en tijdelijke woonruimte neemt toe, onder andere voor spoedzoekers, zoals vluchtelingen.  De vraag naar arbeidsmigranten/internationale werknemers voor de a rbeidsintensieve bollenteelt en werkgelegenheid in de regio leidt tot een vraag naar (kwalitatieve) huisvesting.

De overheid neemt momenteel meer regie om de impasse op de woningmarkt te doorbreken.

De rijksoverheid stuurt met de Nationale Woon- en Bouwagenda en bijbehorende Programma’s op voldoende woningen voor iedereen, betaalbaarheid en kwaliteit. Hoofddoel is de bouw van 900.000 woningen tot en met 2030, waarbij 65% van het totale programma moet worden gerealiseerd in het betaalbare segment, met voldoende woningen voor aandachtsgroepen en ouderen.

In maart 2023 hebben rijksoverheid, provincie, gemeenten en corporaties de Regionale realisatieagenda Wonen Holland Rijnland getekend. In de realisatieagenda hebben partijen afspraken gemaakt over hoe zij versneld de woningbouwopgave willen realiseren.

Recent is de Wet goed verhuurderschap van kracht. Vanaf 1 januari 2024 moet de gemeente een meldpunt hebben voor klachten over ongewenst verhuurgedrag. Daarnaast is nieuwe wetgeving in de maak. De toekomstige wijziging van de Huisvestingswet 2014 biedt meer mogelijkheden om woningtoewijzingen voor specifieke inkomens- en doelgroepen te regelen. Het wetsvoorstel versterking regie volkshuisvesting geeft de rijksoverheid, provincies en gemeenten de wettelijke instrumenten om samen regie te voeren op de volkshuisvesting. Het wetsvoorstel Wet Betaalbare huur regelt, dat een groter gedeelte van de huurmarkt een maximale huurprijs krijgt. Bij invoering krijgt de gemeente een rol in de handhaving.

De geactualiseerde Regionale Woonagenda Holland Rijnland is medio 2023 vastgesteld en beschrijft de afspraken over woningbouw in onze regio. De gemeenten in Holland Rijnland maken zich sterk om tot en met 2030 30.500 nieuwe woningen te bouwen, waarvan 30% een sociale huurwoning is en 35% een middeldure huurwoning of een betaalbare koopwoning. Voor de subregio Noord (Hillegom, Lisse, Teylingen en Noordwijk) is de opgave 6.500-7.500 woningen.
Op 1 januari 2024 treedt de geactualiseerde Huisvestingsverordening Holland Rijnland inwerking. Deze verordening regelt de verdeling van woonruimten in onze regio en zorgt ervoor dat er voldoende woningen beschikbaar blijven voor zowel reguliere woningzoekenden als specifieke aandachtsgroepen; mensen die zorg of ondersteuning nodig hebben.

  • Op de woningmarkt is sprake van grote krapte. Zowel de koop- als de huurmarkt zijn overspannen. Vraag en aanbod zijn ook vorig jaar weer verder uit elkaar gegroeid. De koopprijzen stijgen nog steeds en de wachttijden voor huurwoningen worden langer. Tegelijkertijd verandert de woningvraag. Er zijn steeds meer één- en tweepersoonshuishoudens en een deel daarvan wil anders wonen dan in de traditionele eengezinswoning. Dit komt onder andere door de individualisering en het langer zelfstandig blijven wonen van ouderen. De uitstroom uit de maatschappelijke opvang en beschermd wonen draagt ook bij aan deze ontwikkeling. De vraag naar flexibele en tijdelijke woonruimte neemt toe, onder andere voor spoedzoekers, zoals vluchtelingen.  De vraag naar arbeidsmigranten/internationale werknemers voor de a rbeidsintensieve bollenteelt en werkgelegenheid in de regio leidt tot een vraag naar (kwalitatieve) huisvesting.
  • Met de toenemende verstedelijking neemt de behoefte aan recreatiegebieden en groen toe. Inwoners hebben behoefte aan voldoende groene gebieden van goede kwaliteit voor bewegen, recreëren, landschap, ommetjes, ontmoeting, natuur en rust.
  • De toenemende verstedelijking leidt tot zwaardere belasting van de bestaande infrastructuur en vervoersvormen. Dat betekent knelpunten in de capaciteit, veiligheid en leefbaarheid. Robuuste en duurzamere vormen van ontsluiting en mobiliteit vragen om extra ruimte. Bovendien ‘eerst bewegen, dan bouwen’.
  • De komende jaren zet de krimp in het aantal bedrijven in de bollensector door. Dat resulteert in mogelijk verdergaande schaalvergroting en specialisatie binnen de sector, met aandacht voor duurzaam bodembeheer, toerisme, cultuurlandschap, energietransitie, biodiversiteit en klimaatadaptatie.
  • Voor de omschakeling van fossiele naar duurzame energiebronnen is veel ruimte nodig zowel boven de grond (o.a. zonneweides, windturbines en opslag- en transformatiecapaciteit) als ondergronds (warmtesystemen en infra). Ook voor het klimaatbestendig inrichten van wijken is extra ruimte nodig (o.a. waterberging, meer groen in woonwijken).

Klimaat en biodiversiteit

Klimaat
Het klimaat verandert wereldwijd. De gemiddelde temperatuur en zeespiegel stijgen en de seizoenen worden verstoord. Bovendien nemen de weersextremen toe, zoals langere periodes van droogte, hitte en hevige regenbuien. Om te zorgen dat ook voor de komende generaties onze planeet een goede plek is om te leven, moeten we samen optrekken om de klimaatverandering tegen te gaan.
In het Klimaatakkoord is de doelstelling neergelegd om de nationale broeikasgasuitstoot in 2030 met 49% terug te dringen ten opzichte van 1990. Er zijn landelijk concrete maatregelen opgenomen om deze doelstelling te behalen.

Biodiversiteit
De mens kan niet zonder flora en fauna, en wel om de simpele reden dat het ons verscheidene ecosysteemdiensten verleent. Het voorziet ons van tastbare zaken als voedsel, medicijnen en bouwmaterialen. Maar het biedt ons ook recreatie, speelt een rol in ons geluk en bovenal voorzien planten ons van zuurstof. Daarnaast, speelt fauna een belangrijke rol bij de huidige uitdagingen die op ons afkomen door het veranderende klimaat, zoals hiervoor beschreven.  Ondanks de waarde van de verschillende ecosystemen, wordt er wereldwijd een beleid gehanteerd waarbij planten en dieren vaak het onderspit moeten delven, wat leidt tot een afnemende biodiversiteit, wat tot desastreuze gevolgen kan leiden. Dit geldt niet alleen voor dieren en planten, maar ook voor de samenleving en economie.  Met het oog op de toekomst, is een duurzaam flora- & faunabeleid urgenter dan ooit en zullen we de huidige trend moeten keren.

Voor de komende jaren betekent dit dat we allerlei duurzame veranderingen moeten inpassen in de leefomgeving. Denk hierbij aan het verduurzamen van de gebouwde omgeving en de omschakeling naar duurzame energie. Duurzaamheid is het leidende principe in de Hillegomse omgevingsvisie. In het uitvoeringsprogramma duurzaamheid zijn de activiteiten weergegeven om tot een duurzame gemeente te komen. Deze ontwikkelingen vergen actieve betrokkenheid van vele organisaties, bedrijven en inwoners.

Meer integraal werken

Al geruime tijd wordt er gewekt om de organisatie klaar te maken voor de introductie van de Omgevingswet. Hierbij wordt van onze gemeente gevraagd om anders te denken over de (fysieke) leefomgeving. Een belangrijk verschil tussen de Omgevingswet en de 'oude manier van werken' is dat niet langer allerlei sectoraal beleid op elkaar wordt gestapeld (zoals parkeernormen, structuurvisies, detailhandelsbeleid en woonbeleid) maar dat wordt uitgegaan van een integrale beleidscyclus en integrale gebiedsontwikkeling. In gebiedsontwikkelingen worden zaken zoals gezondheid, klimaatadaptatie, erfgoed, mobiliteit, biodiversiteit en veiligheid betrokken bij de afweging om zo integraal naar ontwikkelingen te kijken. Binnen onze gemeente werken wij bijvoorbeeld nu al met een Omgevingstafel, waarbij we aan het begin van de beleidscyclus op integrale wijze kijken hoe de verschillende beleidsterreinen op elkaar inhaken.

Lasten, baten en saldo

-20.029.015

30,7 %

11.250.686

17,2 %

Deze pagina is gebouwd op 11/10/2023 16:19:22 met de export van 11/10/2023 15:36:47